DE PATIËNT EN ONZE AMBITIES
Zorgcoördinatie
De stip op de horizon van de acute zorg is dat individuele zorgaanbieders zijn georganiseerd in een regionaal netwerk acute zorg. De zorgvraag is het uitgangspunt en de patiënt wordt zo snel mogelijk geholpen door de juiste zorgverlener. De patiënt belt één telefoonnummer en hoeft niet zelf al vooraf de afweging te maken welke zorg of hulpverlener hem op dat moment het beste zal helpen.
Zorgcoördinatie draagt bij aan betere samenwerking binnen de acute zorgketen, zodat iedereen de juiste acute zorg op de juiste plek krijgt en de doorstroom goed verloopt. Daarvoor is nodig:
- Eenduidige toegang voor acute zorgvragen;
- Goede, eenduidige, multidisciplinaire triage;
- Inzicht in beschikbare capaciteit en beschikbaarheid relevante medische gegevens;
- Doorgeleiding naar het meest passende zorgaanbod;
- Regie op vervolgzorg.
In de afgelopen jaren voerde de RAV Brabant Midden-West-Noord één van de tien landelijke pilotprojecten op het gebied van Zorgcoördinatie uit, namelijk de pilot “Zorgcoördinatie in de Bossche regio”. De ervaringen die met deze tien pilots zijn opgedaan, zijn samengebracht in een evaluatierapport en vormen de basis voor het opzetten van een structuur voor en de verdere inrichting en implementatie van zorgcoördinatie. Een belangrijke conclusie uit de pilots is dat het onderling delen van informatie cruciaal is, meer nog dan het daadwerkelijk fysiek bij elkaar zitten van de verschillende zorgverleners. Het realiseren van een of meerdere zorgcoördinatiecentra in ons werkgebied behoeft een nauwe samenwerking van alle partners in de acute zorgketen.
Naast het feit dat de RAV BMWN actief participeert bij de uitwerking van de scenario’s, zijn er diverse andere activiteiten ontplooid om, wanneer de kaders duidelijk zijn, een vliegende start te kunnen maken. Zo intensiveert de RAV haar contacten en gesprekken met haar ketenpartners, inclusief het Netwerk Acute Zorg Brabant (NAZB), en worden de banden aangehaald met bestaande, bekende netwerkpartners en samenwerkingsorganisaties op het gebied van zorgvernieuwing en gegevensuitwisseling. Wij zien dit als een essentiële randvoorwaarde voor goede en veilige zorg. Wanneer de kaders vanuit het ministerie van VWS voor zorgcoördinatie centra duidelijk worden, zal de RAV Brabant MWN zich de komende jaren ten volste blijven inzetten om de ketensamenwerking te optimaliseren. Zorgcoördinatie kan namelijk alleen georganiseerd worden via regionale samenwerking!
Mobiele zorg
De zorgvraag van de patiënt staat centraal. We maken een weloverwogen afweging om óf de zorg naar de patiënt te brengen óf de patiënt naar de zorg. Kortom, we maken de zorg passend: de juiste zorg op de juiste plek in overleg met de patiënt. Was er voorheen altijd een intentie tot vervoer, nu verschuift het accent langzaam naar acute mobiele zorg zonder vervoer. Dit vergt uitbreiding van het zorgaanbod binnen de ambulancehulpverlening: zorgdifferentiatie! En zorgdifferentiatie vereist functiedifferentiatie. Onze ambulanceverpleegkundigen zijn goed opgeleid, vakbekwaam en ervaren, maar de complexere zorgvraag van de patiënt vraagt steeds vaker de inzet van aanvullende expertise. Verpleegkundig Specialisten en Physician Assistants Ambulancezorg passen goed in dit profiel, omdat zij meer kennis hebben en meer handelingen zelfstandig mogen uitvoeren.
Zorgdifferentiatie
Hoe streven wij naar optimale klantwaarde en integrale zorg? Wij zijn ervan overtuigd dat zorgdifferentiatie de oplossing is om de geleverde ambulancezorg optimaal aan te laten sluiten bij de zorgvraag van de patiënt. Het streven is om te komen tot differentiatie in de ambulancezorg. Startend bij laag- en middencomplex ambulancevervoer, naar ALS-vervoer, tot de inzet van Verpleegkundig Specialisten en Physician Assistants Ambulancezorg (VSA en PAA) in het primaire proces van ambulancezorg.
Verpleegkundig Specialisten en Physician Assistants Ambulancezorg
Bij zorgdifferentiatie is een belangrijke rol weggelegd voor de groep VSA en PAA, omdat hun kennisniveau en zelfstandige bevoegdheid goed aansluit op de veranderende zorgvraag en toenemende multimorbiditeit. Zij vormen de perfecte schakel in de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn van de acute zorg. De hiervoor benodigde kennis, kunde en competenties zijn vastgelegd in een kwaliteitskader.
Pilot VSA als rapid responders Op 1 januari 2019 startten wij een pilot waarbij in de regio rondom Tilburg de Verpleegkundig Specialist Ambulancezorg als rapid responder werd ingezet in de ambulancehulpverlening. Deze pilot vormde de testcase voor het breed en structureel inzetten van deze groep hoog opgeleide professionals in het primaire proces van ambulancezorg binnen ons gehele werkgebied. In 2021 werd de inzet uitgebreid naar Den Bosch en Breda. De pilot was zeer succesvol en vindt inmiddels navolging door het hele land, waar de mogelijkheden door diverse RAV’s verder onderzocht worden onder de paraplu van het kwaliteitskader Master Ambulancezorgprofessional. Na afsluiting van de pilot zijn de Verpleegkundig Specialisten (en inmiddels ook Physician Assistents) in het ambulanceproces opgenomen als onderdeel van onze dagelijkse paraatheid.
Met de rol van de VSA/PAA geeft de RAV al invulling aan de oproep uit het IZA om spoedzorgvragen thuis of in de eerste lijn te adresseren in samenwerking met haar ketenpartners. Dit biedt antwoord op multiproblematiek en op deze manier wordt (zwaardere) acute zorg in de volgende lijn voorkomen. De rol van VSA/PAA blijft zich ontwikkelen. In 2023 start een onderzoek naar de mogelijk meerwaarde van de specifieke duiding van de zorgvraag door een VSA/PAA gedurende het meldkamerproces en de invloed daarvan op de inzet van de schaarse eenheden.
Laag- en Middencomplexe ambulancezorg
Zorgdifferentiatie betekent ook zorg op maat in het minst spoedeisende segment van onze hulpverlening. Voor het vervoer van patiënten tussen ziekenhuizen of van en naar bestralingscentra zijn verpleegkundigen nodig met andere competenties. Omdat er beperkt verpleegkundige handelingen nodig zijn, kan worden volstaan met een ander kennis- en opleidingsniveau: niveau-4 verpleegkundigen. Het aanbod van niveau-4 verpleegkundigen is groter dan dat van de niveau-5 verpleegkundigen die nodig zijn voor het hoog-complex ambulancevervoer. Dit kan de benodigde instroom vergemakkelijken. In de komende jaren wordt het bestaande zorgambulanceteam omgevormd naar team LMC (Laag- en Middencomplexe ambulancezorg). Vanaf 2023 wordt 95% van het vervoer met urgentie B uitgevoerd door team LMC. Dit betekent zowel beter passende zorg voor de patiënt als ontlasting van de reguliere ALS-ambulances.
Zorgevaluatie Intercollegiale toetsing is in de afgelopen jaren zeer waardevol gebleken bij het op een hoger niveau brengen van de kwaliteit van zorg. Dit draagt aantoonbaar bij aan acute zorg van goede kwaliteit en daarmee aan de opdracht die de RAV heeft als gevolg van het IZA en het nieuwe beleidskader.
Centralisten worden structureel getoetst op het volgen van de uitvraagprotocollen binnen ProQA door een hiervoor opgeleide collega, de kwaliteitscoördinator oftewel EDQ.
De hulpverlening door onze ambulanceverpleegkundigen wordt sinds 2015 geëvalueerd door middel van intercollegiale toetsing, die van onze chauffeurs sinds 2019. Het systeem van toetsing is gebaseerd op dat van de luchtvaart (Crew Resource Management). In ieder team is hiervoor een collega opgeleid als zorgevaluatiebegeleider (ZEB). We streven ernaar om dit systeem van zorgevaluatie in de komende jaren in aangepaste vorm uit te breiden naar de functie van VSA/PAA ambulancezorg en de uitgiftecentralist.
Naast het brede landelijke klantonderzoek, dat elke 4 jaar door NIVEL wordt uitgevoerd, en de klankbordfunctie van onze cliëntenraad, gaat de RAV Brabant MWN de geleverde zorg in 2024 ook rechtstreeks met de patiënt evalueren. In 2023 start een pilot waarin patiënten rechtstreeks om hun mening over de geleverde zorg wordt gevraagd. Door dit continue meten in plaats van 4 jaarlijkse onderzoek verwachten we beter te kunnen sturen op de ervaren kwaliteit van zorg en geboden verbeterkansen.
Bureau ZIO
De afgelopen jaren investeerden wij in het realiseren van een stafbureau dat zorgdraagt voor de (door)ontwikkeling van ambulancezorg en bewaking van vakbekwaamheid. Bureau Zorg, Innovatie en Opleiden (ZIO) bestaat uit diverse functionarissen waaronder een aantal medisch managers (MMA) en Verpleegkundig Specialisten en Physician Assistants Ambulancezorg, aangestuurd door de manager ZIO. De MMA’s zijn SEH-arts, MMT-arts of kaderhuisarts, parttime gedetacheerd bij de RAV. De VSA/PAA ambulancezorg werken deels op de ambulance, deels in ziekenhuis of huisartsenpost, en deels bij bureau ZIO. Deze veelzijdigheid draagt bij aan de samenwerking met en wederzijds begrip tussen de ketenpartners in de acute zorg. Dat is belangrijk, want alleen samen met de (regionale) samenwerkingspartners kunnen we acute zorg van goede kwaliteit blijven leveren.
Samen bewaken zij de kwaliteit van zorg die door ons geleverd wordt, en vormen zij een achterwacht met adviesfunctie voor de ambulanceteams. Daarnaast zijn zij ook de ‘trendwatchers’ die ontwikkelingen en innovaties vroegtijdig signaleren (waaronder het ontginnen van nieuwe zorgpaden) en volgen, en zelf (evidence-based) onderzoek doen naar verbetermogelijkheden. Op deze wijze draagt bureau ZIO aantoonbaar bij aan acute zorg van goede kwaliteit en daarmee aan de opdracht die de RAV heeft als gevolg van het IZA en het nieuwe beleidskader.